vrijdag 27 september 2024

Op zee

Het stond al maanden op de agenda: een dagje varen op zee. De verwachtingen waren hooggespannen. Zeevogels! Stormvogels, genten, jagers, noem maar op. Ik had het al een paar keer eerder meegemaakt en meestal waren ze er allemaal bij. De afgelopen jaren was het een paar keer afgelast vanwege teveel wind maar dit keer was er bijna geen wind en kon het eindelijk doorgaan.
Eigenlijk was er te weinig wind. Oost 2 a 3, en dat al dagen lang, we moesten maar nergens op rekenen, sprak Martijn, onze gids en reisleider, ons vooraf toe. Een soort winstwaarschuwing. Ik dacht er het mijne van. Ook tijdens mijn vorige pelagische tochtjes had er weinig wind gestaan, en ook toen meestal al dagen lang. Maar Martijn heeft toch gelijk gekregen. Het was sprokkelen vandaag en we hadden alle tijd om ons aan de pontische meeuwen te wijden. De situatie op zee lijkt niet meer helemaal te zijn zoals die pakweg tien jaargeleden was.
Pontische meeuw is een van de weinige zeevogels die zijn toegenomen de afgelopen jaren. Vrijwel alle andere zijn schaarser geworden. Jan van genten: een keer vlogen er twee laag over de boot en een keer vloog een fraaie adulte vogel korte tijd om de boot heen. Zeekoeten: drie keer eentje dichtbij op zee. Noordse stormvogel, jaren geleden tijdens mijn eerste twee zeetochtjes vaste prik: in geen velden of wegen te bekennen. En jagers: één keer een grote jager. Alles samen lijkt dat nog aardig wat, maar op vele uren varen is het bar weinig en af en toe duurden die uren dan ook erg lang en waren ze best saai.
Nou is grote jager tegenwoordig behoorlijk zeldzaam geworden, schijnt erg te lijden te hebben gehad onder de vogelgriep dus dat was wel een gave waarneming. Hij kwam mooi dichtbij langs vliegen, joeg alle meeuwen uiteen en was even later in de verte nog herkenbaar toen-ie achter een meeuw aan joeg. Maar verder hadden we dus alle tijd om ons aan de meeuwen te wijden, de hele dag lang. Vooral aan de pontische meeuwen. Volop pontische meeuwen, op het laatst konden we ze dromen: witte kop, helder witte staart met scherpe donkere eindband en het bekende lamellenpatroon op de binnenhand. En wanneer ze op zee zaten die typische langgerektheid van kop, hals en snavel. We hadden ook af en toe wat geelpootmeeuwen achter de boot. Een paar keer een juveniel, die er elke keer erg lastig uit te pikken was, en ’n paar (sub)adulten die met hun heldergele poten veel gemakkelijker waren. Meeuwen genoeg dus maar op het eind snakten we naar iets anders. Maar moesten wat dat betreft genoegen nemen met een groepje zwarte zee-eenden, een zilverplevier en een mooie, langgerekte groep lepelaars die over zee naar zuid trokken. Het is niet waar we van gedroomd hadden, maar die grote jager was mooi.

22 september 2024


Meer op zee: Pelagisch

Mijn weblogkasteel







Geen opmerkingen:

Een reactie posten