maandag 27 mei 2024

Kuifkoekoek revisited

Die kuifkoekoek van twee en een halve week geleden, dat was natuurlijk maar een erg karig gevalletje geweest. In de wetenschap dat er voor maar weinigen méér was weggelegd, kon ik daar wel mee leven maar dat werd anders toen de vogel een paar dagen geleden een paar kilometer verderop werd teruggevonden en sindsdien op internet de ene geweldige foto na de andere verscheen. Ik moest terug. Dus vandaag met Edwin, Irene en Jeroen naar Texel, met busje met fietsen achterin.
Op tamelijk miraculeuze wijze haalden we de boot van half 9. We hadden die van 9 uur gepland maar die bleek niet te bestaan. We hadden ons al bijna neergelegd bij de half 10-boot toen bleek dat we nog net die van half 9 gingen halen. De tijdwinst, een half uur ten opzichte van de niet bestaande 9 uur-boot en zelfs een uur ten opzichte van de boot van half 10, verdween echter als sneeuw voor de zon toen we ter plekke stonden te wachten op kuifje, zoals de vogel al liefkozend werd genoemd (moest-ie zich wel aan de afspraak houden, anders viel er niets lief te kozen), maar kuifje vooralsnog verstek liet gaan. Die was toen we ter plaatse arriveerden net een kwartiertje geleden achter de bosjes verdwenen die op een meter of vijftig van ons vandaan uit het duinland verrezen. Zou daar wel in het gras aan het foerageren zijn, nam men aan, of buiten beeld zitten uitbuiken van de vele rupsen die hij vanmorgen verorberd had. Zou wel weer een keertje tevoorschijn komen.
Wanneer had ik dat toch eerder gehoord?
Het lange wachten kon beginnen. Het was in ieder geval een mooie plek, dat hielp. Om ons heen ruig, laag en laag begroeid duinland met hier en daar wat struikgewas bijeen, getooid door wat duinroos, reigersbek en een enkele orchidee. Zingende nachtegalen. Boomvalk over. Wespendief over: nieuwe jaarsoort nog (in tegenstelling tot kuifkoekoek) dus die had ik maar vast binnen, ik was al bijna bereid er genoegen mee te nemen. Af en toe vloog een grote zilverreiger langs die zich in de buurt ophield. Kauwen alom, een paar holenduiven, graspiepers, en intussen was de voor de half 10-boot berekende aankomsttijd ruimschoots gepasseerd.
Maar de verlossing kwam. Na ruim twee uur wachten werd kuifkoekoek teruggevonden in een bosje diep in het duinland. Veel verder weg dan waar hij al die tijd verondersteld werd zich op te houden, maar hij was desondanks al een stuk beter te zien dan ik hem twee en een halve week eerder gezien had. Na enige tijd kwam-ie naar ons toe gevlogen, ik kon hem prachtig volgen in de telescoop. Vervolgens foerageerde hij een tijdje in grasland achter de inmiddels bekende struikformatie en was ook daar in de telescoop prachtig te zien, en tenslotte zat-ie geruime tijd diep verscholen in een struik midden in diezelfde struikformatie. Meestal waren daar slechts wat versnipperde stukjes kuifkoekoek te zien maar af en toe, als-ie zich bewoog, als-ie even z’n kop krabde, was ineens de hele kop zichtbaar. En toen-ie zich een stukje verplaatste, kregen we zelfs een paar tellen lang volledig vrij zicht op de vogel.
Wat daar nog aan toe te voegen? Natuurlijk zijn er veel gewichtiger zaken in de wereld, ik kan nooit nalaten daaraan tot vervelens toe te herinneren, maar ik was gekomen voor een verbeterwaarneming en een verbeterwaarneming had ik gekregen.

24 mei 2024


Meer twitchen: Tafeleend
Wat vooraf ging: Kuifkoekoek



zaterdag 25 mei 2024

Pinksteren op Ameland

Volop zon, soms serieus warm, matig windje uit noord tot noordoost en alleen zondagavond laat zicht op enkele onweerswolken die ver in het oosten af en toe oplichtten, een laatste restantje van het noodweer dat de rest van het land naar het schijnt heeft getroffen. Het weer was onberispelijk deze dagen op Ameland en dat is een prettige bijkomstigheid want het maakte het zoveel gemakkelijker van ons waddenweekend te genieten.
We zaten bij Buren dit keer en concentreerden ons dus op de oostkant van het eiland. Kooiduinen, Nieuwlandsreid, het Oerd en de Hon: veel zilte polders, veel zoute kreken en slenken, uitgestrekte kwelders en ruig open duinland. Veel zingende nachtegalen en veldleeuweriken, veel bruine kiekendieven en veel rotganzen nog altijd, om maar iets te noemen. Tientallen tot soms honderden steenlopers, zilverplevieren en rosse grutto's, vele in kleurrijk zomerkleed, in Nederland altijd maar betrekkelijk korte tijd te zien. Alles vanuit ons betrekkelijk lelijke maar evengoed zeer aangename appartementencomplex ten noorden van Buren, met aan de ene kant zicht op een weelderige binnentuin met bloeiende heesters en zingende merels op de daken (zo’n plek waar nooit een vogelaar komt en waar je droomt van een nog onontdekte alpenheggemus of blauwe rotslijster), en aan de andere kant op een half verwilderde weide met een paar schapen en een paar kippen en veel scholeksters in de buurt. Daarachter bosranden en de buitenste huizen van Buren.
Het was het startpunt van onze tochtjes aan deze kant van het eiland. Tochtjes die ons weer een aantal onvergetelijke momenten bezorgden.
Zo was ik al op de eerste avond naar de Vleijenplasjes bij Nes gefietst, een leuke combi van plassen en een aantrekkelijke afwisseling van open veldjes en ondoordringbaar kreupelhout waar wat hogere bosjes uit omhoog staken, alles in een context van dagrecreatie. Het was inmiddels avond dus van die dagrecreatie waren nog slechts de decorstukken zichtbaar. Het was er rustig en betrekkelijk stil en het wekte daardoor zelfs een indruk van ongerepte natuur. Ik was er op zoek naar grauwe klauwier en die heb ik gevonden. Een prachtig mannetje dat af en toe fraai in de top van zo’n bosje opdook, zoals klauwieren dat plegen te doen. En het is een beetje een cliché maar ook voor grauwe klauwier geldt: een dag met is een goede dag.
Een andere avond was ik met Harriët tot in de schemer in de duinen. Zingende nachtegalen, baltsende houtsnippen die af en toe prachtig laag langs ons heen vlogen, het is natuurlijk niet opzienbarend maar daar in dat steeds stillere duinland verzorgden ze een magisch moment.
Heel fraai waren de noordse sterns die we aantroffen tijdens een wandeling tot diep in het Nieuwlandsreid. Zeven nesten lagen er, had een vogelaar ons kort tevoren gemeld, dus we pasten op en hielden zorgvuldig afstand. De sterntjes lieten zich desalniettemin van dichtbij fraai zien. Zo fraai als ik ze zelden eerder gezien had. Kenmerken, die maken toch het verschil tussen zomaar een vogel als zovele en specifiek die ene soort, en kenmerken kreeg ik. Op de grond kon ik onder andere de wat hogere en geheel rode snavel vaststellen, de wat grijzige onderdelen waartegen de witte wang afstak bijna als bij witwangstern, en de staartpunten die duidelijk voorbij de vleugelpunten staken. En in vlucht vielen het vergeleken met het veel gewonere visdiefje wat afwijkende vliegbeeld op, met een naar verhouding langere staart, de ‘schone’ bovenvleugels, geheel lichtgrijs zonder donkere tekening in de hand, en de helder, bijna doorschijnend witte ondervleugels, scherp begrensd door een smal zwart randje. Uit het boekje dus.
Dan was er, naast allerlei anders, nog de BP-plas, de andere kant op halverwege Ballum. Een plasje met een BP-historie. Het dankt zijn naam aan British Petroleum, dat er in de jaren 60 een munitieopslagplaats had. Inmiddels is het een vredig watertje schuilend tussen bosranden en omzoomd door wat rietvelden. Ik was er op een zonnig en warm moment en dat bood alle gelegenheid de specialiteit van het gebiedje te observeren: het rijke libellenleven. Naast gewone soorten als viervlek (volop) en grote keizerlibel (mijn eerste van het jaar) vertoonden zich ook enkele zeldzame soorten. Zo zag ik diverse keren fraai sierlijke witsnuitlibel en één keer vloog een gevlekte witsnuitlibel dicht langs me heen. Allebei ranke libellen die je in tegenstelling tot viervlek en grote keizer bij de meeste watertjes niet zult aantreffen.
In de late schemer tenslotte was ik in half open duinland aan de noordwestkant van Nes, waar inmiddels ook de laatste roodborsten zwegen en waar niet alleen de houtsnippen baltsten maar ook de nachtzwaluwen ratelden. Het waren pas mijn eerste nachtzwaluwen ooit in het waddengebied dus wel iets om even bij stil te staan. En ook los van dat gegeven weer een mooi moment.

20 mei 2024


Meer wadden? Oud en nieuw op Texel









dinsdag 21 mei 2024

Delta in de lente

We hebben met vogelwacht Utrecht een oude traditie: elke winter, in principe in februari, gaan we een keer naar de Zeeuwse en Zuid Hollandse delta. Brede wateren, kale populierenschermen aan de horizon en velden vol ganzen. Ook afgelopen februari waren we daar, maar nu gingen we er ook in mei een kijkje nemen. En, het zal niemand verbazen: het zag er heel anders uit. In plaats van ganzen nu grutto’s en tureluurs op de velden, in plaats van honderden goudplevieren en bonte strandlopers in de plasdrassen achter de dijken, nu visdiefjes en zwartkopmeeuwen erboven. Gierzwaluwen in de lucht, gezang van rietzangers en karekieten, tuinfluiters en grasmussen en noem maar op, dijkweggetjes verzonken in het bloeiend fluitenkruid en velden die soms geel zagen van de boterbloemen. De sfeer was totaal anders dan tijdens een winterse deltatocht. Langs de Brouwerdam geen zee-eenden en brilduikers en welgeteld twee middelste zaagbekken maar een bijna onafgebroken front van uit Duitsland afgedwaalde campers. En de vele tientallen zilverplevieren, bijvoorbeeld op de slikken bij de buitenhaven van Stellendam, allemaal prachtig in zomerkleed, met zwarte buiken en zilverkleurig ogende bovendelen. Terwijl van nabij de eerste nachtegaal van de dag zong.

We hadden een aantal doelsoorten deze dag en de meeste daarvan werden ons meteen in de schoot geworpen toen we op de Grevelingendijk stonden uit te kijken over het eilandje Markenje, dat eigenlijk een soort mini-archipel is van begroeide slikken in het Grevelingenmeer. Al gauw vonden we daar strandplevier, een behoorlijk schaars beestje dat hier nog altijd tot broeden komt. De eerste die ik zag was binnen een paar tellen zoek, maar toen we er midden op het eerste eiland twee vonden, boden die ons de gelegenheid ze uitgebreid te bekijken. Met ook nog mooie noordse en dwergsterns konden we meteen al spreken van een geslaagde excursie.
Wat volgde was een tocht langs diverse bekende en minder bekende locaties op Schouwen-Duiveland, waar in overvloed karakteristieke soorten aanwezig waren als kluut, bontbekplevier en zwartkopmeeuw, soorten die je, de kwalificatie ‘karakteristiek’ zegt het al, daar eigenlijk altijd wel ziet in deze tijd van het jaar. Net als de nachtegalen die vrijwel overal zongen waar wat struweel was. Allemaal bijzonder aangenaam maar het duurde tot de Westenschouwense inlaag, helemaal aan de zuidwestkant van het eiland, voordat we een soort mochten begroeten die niet vanzelfsprekend was: twee fraaie steltkluten waadden door het ondiepe water tussen de groen begroeide plakken zeeklei. Steltkluut: hij is de laatste jaren enorm toegenomen maar is nog steeds een soort waarvoor je wel een omweg wilt maken.
We sloten af met een prachtige wandeling door de Kwade Hoek, op zoek naar de laatste doelsoort van de dag. Onderweg zagen we het eiland al veranderen: in plaats van weidse wateren en velden tot aan de horizon, een besloten landschap van binnenduinbossen en duinweiden in dit hoekje van de delta. En eenmaal in de Kwade Hoek waren daar de duinstruwelen, de bosranden en de besloten duinvalleitjes, maar ook de uitgestrekte groene stranden waar bij harde wind de Noordzee nog wel wil binnendringen. Zingende nachtegalen hier, en braamsluiper, grasmus, karekiet en rietzanger en nog veel meer. Koninginnenpage, kabaal van rugstreeppadden maar vooral: zomertortel.
Zomertortel is de afgelopen tientallen jaren een zeldzame soort geworden in Nederland. Vroeger behoorde die tot de standaardrepertoire van een gemiddelde lentewandeling, maar tegenwoordig moet je er hard naar zoeken. Een van de plekken waar je hem nog vinden kunt, is de Kwade Hoek. Wij hoorden hem eerst ver weg koeren. Zo ver dat de helft van de groep er niet in slaagde het geluid op te pikken. We zagen hem ook, al even ver weg in een kale boom, maar dat mocht geen naam hebben. Pas toen hij wegvloog en het juiste staartpatroon toonde, wisten we zeker dat geluid en vogel bij elkaar hoorden. Maar later waren we vlakbij, hoorden we hem luid koeren, wat een heerlijk geluid is, en zagen we er ook een fraai in een boom. Daarmee was ook de laatste doelsoort binnen.

12 mei 2024






donderdag 9 mei 2024

Kuifkoekoek

Het was weer een klassieker in het genre Twitchen in Nederland hoor. Zeker anderhalf uur stond ik al te turen en te wachten daar op dat duintje langs het fietspad in het noorden van Texel, en ik zag de beoogde constructie van lijstjes-benefits al als een kaartenhuis in elkaar storten. Weg (eindelijk weer eens!) nieuwe soort voor Nederland. (De vorige was alweer meer dan een half jaar geleden, de vorige formeel aanvaardbare al meer dan een jaar.) Weg nieuwe soort voor het decennium. Weg nieuwe voor mei, weg nieuwe voor Texel. Ja, ik geef toe, het is allemaal onzin natuurlijk, zuiver lijstjesfetisjisme maar toch, ik wilde hem wel erg graag, die kuifkoekoek van de Slufterduinen. En hoe moest dat dan verder? Want hij zou vast als ik er niet meer was op een keer wel weer worden teruggevonden. Morgen weer proberen? Maar er moet toch ook nog gewerkt worden? Donderdag dan, op Hemelvaartsdag? Maar dan had ik andere afspraken en die waren niet goed te combineren met weer een dagje Texel. Die kon ik toch niet zomaar annuleren? Zaterdag dan? Moest-ie wel zolang blijven en bovendien, zondag excursie en niet iedereen zou er blij mee zijn als ik het hele weekend de hort op was. En intussen stonden we daar maar te turen naar dat veldje met duindoorns en helmgras aan de voet van die dicht begroeide duinrichel. Waar de lucht trilde van de zonnewarmte en waar een fazant korte tijd voor verwarring zorgde en een eenzame grauwe gans als aanwijsstok diende. Links achter de grauwe gans, precies voor de grauwe gans, in de bosjes recht achter de grauwe gans. Als we die grauwe gans toch niet hadden. Ik slenterde af en toe een rondje om mijn wat gebrekkige rug te ontzien. Kletste af en toe wat met een bekende hier en een bekende daar want ja, dit soort gelegenheden zijn voor ons ook een beetje wat voor normale mensen een terrasje in de binnenstad is. Af en toe claimde iemand de vogel en was de aandacht weer voor even gefocust. Maar steeds was het iets anders: een half verscholen fazant, of een gewone koekoek, of een propje, een vreemd gevormde tak, of helemaal niks.
Maar toen … gelukkig was er een ‘maar toen’: ik zie hem, riep iemand na meer dan twee uur wachten, en toen we allemaal zagen wat de persoon in kwestie gezien had, meenden we dat het hem dit keer toch echt was: kuifkoekoek teruggevonden. Eerst was het voor mij nog niet meer dan een vage vlek in een struikje maar uiteindelijk was het een vogel, scharrelend tussen de graspollen en onder duindoornstruikjes, waarvan je dacht, dat lijkt toch wel sterk op een kuifkoekoek: lichte keel en borst met donkere kopkap, langgerekt koekoekachtig postuur en lange staart. Ondanks de afstand en de warmtetrilling eigenlijk een onmiskenbare kuifkoekoek! Je kunt je natuurlijk afvragen of dat nou de hele reis waard was. Nou, dat was het! Ik was er in elk geval tevreden mee. Nou is dat natuurlijk ook een beetje de menselijke natuur. Vertaald naar dit geval: als je geweest bent, dan was het het waard. Als je thuis bent gebleven, dan heb je daar geen spijt van want lang wachten en dan hooguit even een vage schim tussen de struikjes ... We zullen die gemoedstoestand altijd tot het uiterste oprekken, tot we het tegendeel echt niet meer kunnen ontkennen.
Tijd voor iets anders, want op Texel is er altijd wel ook iets anders. Morinellen bijvoorbeeld, in een kale akker te Eierland, die ondanks de kaalte van die akker zowat net zo lastig waren als de kuifkoekoek zojuist. Achter op de akker en in de trillende lucht was er alleen iets van ze te zien als er een paar zich even boven de kleirichels verhieven en hun oranje buiken naar ons toekeerden. Noordse sterns en dwergsterns langs de Waddendijk. Een ketting van plasdrasjes met prachtige rosse grutto's, kanoeten, grote sterns en kluten. Velden vol orchideeën en nog altijd flinke groepen rotganzen, twee regenwulpen over, een paar drieteenstrandlopers en ik was alweer terug bij de boot en het dagje Texel was voorbij.

6 mei 2024


Meer twitchen: Kuifkoekoek revisited