vrijdag 8 maart 2024

Zwartkoprietzanger revisited

Het idee om zwartkoprietzanger te zien te krijgen, en dan meer dan een korte flits zoals afgelopen vrijdag, was eigenlijk totaal niet in me opgekomen. Kon alleen met heel veel geluk, leek me. Maar intussen blijkt het de afgelopen dagen toch heel wat mensen gelukt. Het heeft zelfs enkele heel acceptabele foto’s opgeleverd. Dus ik moest terug. Terug naar Rhenen, terug naar de Grebbedijk. En dus fiets ik bij het eerste ochtendlicht onderlangs de Grebbeberg. Schallende zanglijsters, kwetterende heggemussen en prevelende roodborsten, maar ook: mist. Het landschap krijgt er een bijna magisch tintje van maar het zou natuurlijk mijn plannen behoorlijk kunnen dwarsbomen.
Eenmaal ter plaatse valt het mee. Verder weg wordt alles een grijze waas maar het plasje beneden aan de dijk en het rietland daar zijn dichtbij. Grootste obstakel om de vogel te zien te krijgen is niet de mist maar het riet, net zoals dat een paar dagen terug het geval was. Hij zingt wel volop, meteen al bij aankomst, wat een plusje is ten opzichte van toen. Ik ben dan ook ruim een uur vroeger. Geregeld laat hij van die snerpende hoge tonen horen, zijn ‘nachtegaal-achtige stijgende fluittonen’ zoals de vogelgids dat uitdruk en daar word ik telkens weer een beetje blij van: het is er echt een!
Af en toe wordt-ie gezien, en daar kom ik natuurlijk voor.
De eerste keer dat ons wordt uitgelegd waar we kijken moeten, is aan mij niet besteed: ik zie niks. Dan is-ie weer stil, en uit beeld: de eerste kans gemist. Even later zingt-ie van wat verder weg, uit het riet aan de overkant van het plasje. Te ver om te mogen hopen op de gewenste zichtwaarneming. Maar ik maak me geen zorgen: ik heb nog wel een paar uur, als het moet.
Ook de tweede keer dat ons wordt uitgelegd waar we kijken moeten, weet ik de kans niet te verzilveren. Opnieuw kan ik ‘m ondanks de uitvoerige uitleg niet vinden. Ik ben hier slecht in, ik heb dat al vaker gemerkt. Maar de derde keer dat-ie gezien wordt, krijg ik ‘m zomaar in beeld. Korte tijd is-ie zichtbaar in het riet aan de achterrand van de nabije rietkraag. Veel beter dan afgelopen vrijdag, maar nog steeds te kort. Eigenlijk zie ik er maar weinig aan, dus ik ben er nog niet klaar mee.
De vierde keer dat-ie gezien wordt, zie ik onder in het riet, vlak boven het water, een vogeltje rondscharrelen. Eén moment zie ik een witte wenkbrauw die een donkere kruin begrenst, een ander moment een zwak getekende warmbruine rug. Het is meer dan zojuist maar ik ben er nog niet klaar mee. Een tijdje later vind ik hem zelf terug in de achterrand van de rietkraag. Af en toe is-ie vrij zichtbaar: opvallende witte wenkbrauwstreep, opvallende zwartachtige kruin en zwak getekende warmbruine rug. Het is niet heel veel meer dan zojuist, maar nu wel allemaal tegelijk en heel wat langer.
Zo zie ik telkens wat meer van ‘m en tenslotte zie ik mijn ultieme zwartkoprietzanger: in dezelfde rietrand als zojuist laat-ie zich geruime tijd prachtig zien. Nu zie ik ook het witte keeltje dat zo mooi afsteekt tegen de beige-achtige onderzijde. Nu sta ik gewoon geruime tijd tegen een onmiskenbare zwartkoprietzanger aan te kijken. Wat een paar dagen geleden nog ondenkbaar was: toch gelukt. Als-ie weer uit beeld verdwijnt, ben ik er wel klaar mee.

Op de terugweg klim ik nog even de Grebbeberg op. De mist hangt er nog steeds tussen de bomen en dat creëert een prachtige, bijna magische ambiance. Het is alsof ik door een sprookjesbos loop. Roep van middelste bonte specht. Ik zie een silhouet tussen de takken. Meer dan dat zit er onder deze omstandigheden niet in, maar dat deert me totaal niet. Het is prachtig hier en het is een fijne afsluiting van deze memorabele ochtend. Ik ga naar huis, nuttige dingen doen, over tot de orde van de dag.

6 maart 2024


Meer Zwartkoprietzanger
Meer twitchen: Binnenveld








Geen opmerkingen:

Een reactie posten