maandag 22 november 2021

35

Vanochtend weer eens mijn favoriete nabije ommetje gedaan: stukje langs Overvechtse dreven, de fietsbrug over de Karl Marxdreef, het speelbos in de Gagelpolder, de wandelroute om het oude laagveenmoeras en terug door park de Gagel. Een lekker winterzonnetje lichtte de laatste flarden herfst op die nog aan de bomen hingen. En intussen vogels. Niet al te veel, zoals gebruikelijk in november, het was er stil maar ik telde toch nog 35 soorten. Nee, geen opzienbarend aantal en er zat ook niets tussen dat het noemen waard is. Maar toch, 35 soorten.
Een paar jaar geleden waren we op vakantie in Kaapverdië. In drie weken tijd had ik toen precies 35 soorten. Daar zaten natuurlijk meer dan voldoende droomsoorten bij, ik noem renvogel en roodsnavelkeerkringvogel, maar dat aantal: 35! ‘In Nederland spaar je die gemakkelijk in een ochtendje bij elkaar’, schreef ik toen. De daad diende eindelijk bij het woord gevoegd. Vanochtend dus. Het zal vast en zeker niet voor het eerst zijn geweest, maar vanochtend heb ik ze geteld: 35 soorten.
Ik was dus soorten aan het jagen, als het ware. En dan telt elke soort. Het leuke daarvan is dat je vanzelf ook weer eens aandacht hebt voor de gewone dingen, een gaai in een nabije struik, een bonte specht die tegen een boom zit aangeplakt. Dat je op alles gaat letten, dat je niets zomaar als vanzelfsprekend aanneemt, je zou het vaker moeten doen. Zoiets scherpt ook de zintuigen en dat is altijd meegenomen.

21 november 2021


Meer uit het Utrechtse: Utrechts glorie






Geen opmerkingen:

Een reactie posten