maandag 29 november 2021

Terug naar af

Nou, het is weer zover. We hadden gedacht dat we er vanaf waren maar niet dus. Blijf zoveel mogelijk thuis, is het dringende advies. Daar zit nogal wat speling in. Een dringend advies, dat is geen in marmer gebeiteld gebod. En 'zoveel mogelijk', dat laat nog alle ruimte. Ik wil de boel natuurlijk niet frustreren, maar als er ergens pakweg een renvogel wordt gevonden, ik weet het, onwaarschijnlijk, maar dan weet ik niet of thuis blijven nog wel mogelijk is. Ook het begrip thuis zou ik ruim willen interpreteren. Thuis, dat is inclusief mijn eigen achtertuin. Zo niet, dan is thuis blijven echt niet mogelijk. En mijn achtertuin reikt tot pakweg Tienhoven, vind ik. Dus fiets ik weer langs polderweggetjes en boerensloten de polders tussen Maarssen en Tienhoven in. Ik schreef het al eens eerder (ja, dat is helaas alweer lang geleden): ik zie daar echt geen kwaad in. Je komt daar op een regenachtige zondagochtend bijna niemand tegen en zeker niet binnen de anderhalve meter.
Elke keer dezelfde route. Is dat saai? Welnee. Op een dag vind je iets bijzonders. En intussen zie je het week na week veranderen. Van lente in zomer in herfst in winter. Polderland met ganzen en meeuwen. Rietvelden waar enkele keren een cetti’s zanger zong. Hier en daar in het land grote zilverreigers, zo wit als je nauwelijks had gedacht dat wit wezen kon. En verder allerlei gewoons om de in beginsel wat grauwe ochtend op te fleuren: een mooie koperwiek, een zucht staartmeesjes, hier een pimpelmeesje en daar een koolmees, en een vlucht van misschien wel tweehonderd kieviten over me heen.
Het is een beetje terug naar de basis: niet zoeken naar iets zeldzaams dat anderen voor je gevonden hebben, maar gewoon zelf in je eigen omgeving zien wat je tegenkomt. En daar tevreden mee zijn. En al mijmerend kwam ik daarbij tot een interessante conclusie: natuurlijk zie ik tegenwoordig meer dan in mijn tienerjaren, met zoveel meer kennis en ervaring dan toen, zoveel betere apparatuur, zoveel meer communicatie, tochtjes naar oostelijke vale spotvogels en naar raddes boszanger, maar zag ik destijds niet vaker iets dat ik de moeite van het herinneren waard vond? Die koperwieken, die staartmezen, die zijn natuurlijk nog steeds een herinnering wel waard maar vroeger noteerde ik die enthousiast in mijn aantekeningenmap. Tegenwoordig niet meer. Ik neem ze ter kennisgeving aan, kijk naar ze, natuurlijk, geniet één moment van ze, natuurlijk, maar ben ze toch straks meest weer vergeten. Best jammer eigenlijk.
En ontdek je trouwens ook niet eerder iets bijzonders, als je beter naar de koperwieken en de staartmezen kijkt?

28 november 2021


Meer lezen: Rondje Delta





Geen opmerkingen:

Een reactie posten