donderdag 20 november 2025

Flevo met vogelwacht Utrecht

Door de blubber, langs plassen, over een plank die over een natte plek was gelegd en door het natte gras baanden we ons een weg naar de vogelkijkhut in het Harderbroek. Daar uitzicht op water, op rietranden, op beboste eilandjes en op wat slikvelden, alles vervagend in nog wat heiige verten en schuilend onder een dun wolkendek waar af en toe een schim van de zon doorheen scheen. De vogels zaten vrij ver maar lang hoefden we desondanks niet te zoeken: kleine geelpootruiter. Ja, hij zat er nog steeds. Hij bleef wel steeds op afstand want zoals ik onderweg ook al gemerkt had was de waterstand hoger dan een week terug toen ik hier in mijn eentje was, waarschijnlijk was het water rond de hut wat dieper. Te diep voor een kleine geelpootruiter om er zijn voedsel bij elkaar te scharrelen. Dus liep die op enige afstand te foerageren, in het gezelschap van wat witgatten, nog steeds een rosse franjepoot en ook een paar late maar onmiskenbare kleine strandlopers. Op afstand, maar door de telescoop waren ze prima te herkennen. Met ook nog een clubje kleine zwanen en een groep kieviten met goudplevieren ertussen kunnen we spreken van een zeer voortvarende start van de excursie met vogelwacht Utrecht naar de Flevo.
Ook het vervolg was behoorlijk succesvol. Tientallen krooneenden vlak langs de dijk op het Veluwemeer. Een mooie man kokardezaagbek ertussen, door de CDNA weliswaar gedegradeerd tot eeuwige exoot maar ik weiger te geloven dat er nooit een vanuit Noord-Amerika deze kant op kan afdwalen. Dwaalgast op onder meer IJsland en de Azoren immers. Al wil ik daarmee niet zeggen dat dit er ook een was. Verderop op het Veluwemeer tientallen kleine en enkele wilde zwanen en op een dam bijna aan de overkant gebroederlijk naast elkaar drie zeearenden, tegenwoordig betrekkelijk alledaags hier maar toch … En op de plas in de Greppelvelden bij Biddinghuizen tenslotte een vrouwtje ijseend. En het was toen nog niet eens 11 uur.
Daarna werd het even wat modaler. Inmiddels in de Oostvaardersplassen telden we bijna vanzelfsprekend diverse zeearenden en onderweg terug van de vogelkijkhut van die naam liet een baardmannetje zich mooi zien, maar verder vertoonde zich weinig opzienbarends en op de Kleine Praambult belemmerde aanhoudende miezerregen het zicht. De dag leek als een nachtkaars uit te gaan maar we besloten het nog even te proberen. We gingen op zoek naar de opklaringen die heel langzaam vanuit het noordwesten leken te naderden. En dat bracht ons weer op het juiste spoor: man toppereend en mooie man witoogeend langs de dijk bij de Blocq van Kuffeler, diverse toppers tussen de kuifeenden in Pampushaven en in de Lage Vaart een mooie groep van elf grote zaagbekken.
Tenslotte verleidde het plotseling toch nog mooie, zonnige weer ons ertoe helemaal terug te rijden en af te sluiten op de Grote Praambult. En dat werd een afsluiting, de geweldige dagopening van vanmorgen waardig. Met diverse zeearenden natuurlijk, waarvan eentje niet al te ver weg in een kaal boompje. Met een mooi mannetje smelleken boven in een weliswaar vrij ver bosje, die op een gegeven moment opvloog en een geweldige jachtvlucht ten beste gaf met steile op- en neergaande duikvluchten alsof-ie een baltsende witbandleeuwerik was. En tenslotte met een geruime tijd boven het gebied rondvliegende velduil. Die zat weliswaar vrij hoog en ver maar was voor wie ‘m vinden kon leuk te zien in de telescoop.
Ja, de Flevo: soms staat het stoplicht op rood, soms staat het op groen.

16 november 2025


Mijn weblogkasteel




Geen opmerkingen:

Een reactie posten