maandag 26 mei 2025

Hoorn

Als je op zo’n smerig regenachtige dag zo’n mooie soort weet binnen te halen, dan heb je iets goed gedaan. In elk geval de juiste keuze gemaakt. Aanvankelijk was, na een eerste melding om 9 uur, mijn plan om naar de groep bijeneters te gaan die al enkele dagen in de Kennemerduinen rondzwerft. Maar toen vervolgwaarnemingen daarvan uitbleven en ook na 11 uur nog steeds niemand de vogels weer gemeld had, dacht ik: ofwel er wordt gezocht en niemand kan ze vinden, ofwel er wordt niet gezocht, maar hoe moet ik ze dan vinden, in m’n eentje? Ik achtte het geen erg betrouwbare optie meer, het was tijd voor een plan B: naar Hoorn voor een terekruiter.
Het was net begonnen te spetteren toen ik in Hoorn uit de trein stapte. Tegen de wind in langs het Markermeer: ik was blij dat het nog maar zachtjes regende. Ter plaatse wisten een paar vogelaars me te vertellen dat ze de vogel alweer een tijdje niet konden vinden maar toen ik de telescoop richtte op de overkant van de kreek die de landengte daar afscheidt van het Markermeer, had ik hem bijna meteen in beeld. Een mooie terekruiter foerageerde niet al te ver weg op de tegenover gelegen oever. Tijdje kunnen volgen en de belangrijkste kenmerken kunnen vaststellen, waarna hij ineens opvloog, daarbij nog een laatste kenmerk mooi liet zien en vervolgens uit beeld verdween.
Op een uitzichtpunt een paar honderd meter verderop werd-ie na enige tijd teruggevonden maar nooit zo mooi als eerder en bovendien was het inmiddels wat harder gaan regenen. Veel meer viel er met die regen in Hoorn niet te halen, al zaten er hier nog wat lepelaars, een boel kluten met jongen en een paar kleine plevieren, dus mijn spullen bij elkaar gepakt, met wind achter naar Hoorn gefietst en met één mooie soort op zak weer op de trein gestapt. Daar moet men op zo’n dag tevreden mee zijn. Het was wat kort maar behoorlijk krachtig geweest en van de bijeneters intussen nog geen nieuwe berichten. Dus inderdaad de goede keus gemaakt vandaag.

24 mei 2025


Mijn weblogkasteel

woensdag 21 mei 2025

Balearische

Het was weer een enerverende lentedag. Effe heen en weer naar Lentevreugd bij Wassenaar, voor een roodkopklauwier. Nou is roodkopklauwier tegenwoordig geen verplichte kost meer maar toch wel een soort die een bescheiden reisje waard is. En deze was extra interessant omdat in zit de witte handpenvlek die roodkopklauwier hoort te hebben, volkomen onzichtbaar was en vluchtfoto's slechts een heel dun licht randje aan de basis van de handpennen lieten zien. Hard kenmerk voor balearische roodkopklauwier, met tot nu toe slechts twee gevallen in Nederland de veel zeldzamere ondersoort van een paar eilanden in de Middellandse zee. Kat in het bakkie, denk je dan, maar ‘it’s a lot more nuanced than that’. De discussie loopt nog: over de vraag of het dunne randje misschien niet toch te dik is of een paar veren teveel beslaat en of de ondersteunende kenmerken wel overeenkomen. Al heb ik wel enige moeite om te geloven dat een vogel die veel meer lijkt op de ene ondersoort, vanwege dergelijke subtiliteiten misschien toch tot de andere behoort. Wordt vervolgd. Het is hoe dan ook een interessant en spannend geval dat zeker een reisje naar Lentevreugd waard is.
Zo spannend als het geval is, zou weinig spannend is het verhaal verder: eenmaal ter plaatse was de vogel vrijwel meteen in beeld. Bivakkeerde in een context van duinweiden en duinstruwelen en zingende nachtegalen en spotvogels, meest op enige afstand maar soms een stuk dichterbij in het struikgewas aan beide zijden van het open duinland voor ons. Dook af en toe naar de grond en vloog daarna al dan niet met prooi in de snavel terug naar een der struiken. En liet zich daar prachtig zien. Duidelijk zonder handpenvlek inderdaad.

17 mei 2025


Mijn weblogkasteel





donderdag 8 mei 2025

Habemus vorkstaartplevier! *

Op hoop van zegen was ik in de trein gestapt. Na de melding van vanochtend kon ik natuurlijk niet anders: vorkstaartplevier teruggevonden op slikplaten in de Grensmaas tussen Borgharen en Itteren. Zou een nieuwe soort voor Nederland voor me zijn. Een met geschiedenis bovendien, een geschiedenis van vergeefse pogingen, op Texel en in Zeeuws Vlaanderen, terwijl ik toen er vorig jaar een gevonden werd bij Zoetermeer, in Duitsland zat. En dan was er nog afgelopen zondag, toen de vogel van vanochtend voor het eerst gemeld werd, net terwijl er geen treinen reden tussen Utrecht en Den Bosch. Wilde dus tot nu toe alsmaar niet lukken, maar ooit moest het goed komen. Dus stortte ik me maar weer in dat volmaakt zinloze circus van het twitchen. Het voelt af en toe wat ongemakkelijk maar ach, we doen niemand kwaad, en is het hele leven niet volmaakt zinloos?
Goed, ik was dus op weg naar hopelijk voor mij een nieuwe soort voor Nederland. Maar er kon nog zoveel gebeuren de komende uren. Het beestje was immers eergisteren ontdekt, nog diezelfde middag weer vertrokken en gistermiddag ineens weer teruggevonden. Kon dus ieder moment zomaar weer weg zijn. Maar ach, wat zou het ook: een dag in de prullenbak.
Zo zat ik me in de trein al heerlijk in te dekken, te wapenen tegen de treurigheid van een aanstaande dip, daar ben ik altijd goed in, maar zie: uren later stond ik gewoon in het wondermooie landschap van de Grensmaas tussen Borgharen en Itteren met zijn steppeachtige oeverlanden en zijn slikplaten in de rivier, vol met autobanden, emmertjes, winkelwagentjes en meer, te kijken naar een heuse vorkstaartplevier die stond te rusten op de grens van de groene uiterwaard en de grijze slikplaat in de Maas. Geruime tijd zat-ie prachtig dichtbij en waren vele details te onderscheiden. De helder rode snavelbasis, de fijn zwart omrandde geelachtige keel, grijsbruine bovendelen, witte buik: een prachtige volwassen vogel. Later zat-ie wat verder weg op het slik vlak langs de rivier, maar was daar wel veel actiever, rende soms over het strandje en vloog af en toe ook een stukje. Soms waren dan goed de rode ondervleugels en de witte achterrand te zien. Dat maakte de waarneming helemaal af: het belangrijkste onderscheid met zijn verwanten steppe- (zwarte ondervleugels) en oosterse (geen witte achterrand) vorkstaartplevier, allebei al eens gezien. Het was toch weer een perfecte twitch geworden: uit Utrecht vertrokken met het idee dat ik eigenlijk iets heel doms aan het doen was, om gelukkig en blij weer in Utrecht terug te keren met de gedachte: wat een goede beslissing heb ik vanmorgen genomen.

6 mei 2025

* Voor de niet-latinisten onder ons: we hebben een vorkstaartplevier!


Meer twitchen: Stukjes griel
Mijn weblogkasteel





dinsdag 6 mei 2025

Delden

Vandaag naar Delden geweest. Delden? vraagt u. Ja, waarom niet naar Delden? Het ligt daar al vele honderden jaren diep in Overijssel en ik was er nog nooit geweest. Dus wij naar Delden. We hadden geen idee wat we daar gingen aantreffen maar ineens bevonden we ons op landgoed Twickel. In een stukje geschiedenis. Landschapsgeschiedenis, cultureel erfgoed.
Toen we over een modernistische loopbrug de rondweg overstaken, passeerde ons een man met hond die ons geïnteresseerd naar onze plannen vroeg. Die hadden we niet, waarop hij ons de mooiste route uitlegde. Verderop rechtsaf en daarna links langs een bosje. En voor onze ogen opende zich het mooiste, meest klassieke landschap dat je je maar wensen kon. Kalme glooiingen onderbroken door grillige boomsculpturen. Statige bosschages. Explosies van meidoorn. Een afwisseling van frisgroene industriële akkers en veel minder groene, verwilderde en kruidenrijke meer natuurlijke weiden. En alles onder een helder blauwe hemel: een feest.
Het herinnerde aan de tijd dat het leven nog goed was en we ons geen zorgen maakten over klimaat of over oorlog in Oekraïne of genocide in Gaza. We liepen zomaar oude tijden in, feodale tijden van kasteelheren en onderhorige pachtboeren. Niet helemaal van alle smetten vrij dus, die oude tijden.
Prachtige wandeling gemaakt. Door glooiend land dat zicht bood tot aan verre bosranden. Langs idyllische landschapjes met bloemrijke velden, een poel met kikkers en een roodgedaakte hoeve onder de bosrand. En een soort knuppelpad over een stukje fraai, oud hoogveen met miezerige dennetjes in het geel kleurende veenland. We vonden ook de oude watermolen en het kasteel van waaruit dit feodale rijk zich had weten te vestigen. Zingende bonte vliegenvangers en gekraagde roodstaarten, roepende zwarte en middelste bonte specht en een mandarijneend in een dode beekloop. Soort van de dag was een mooie grote gele kwikstaart bij de watermolen. Maar om vogels was het niet te doen geweest vandaag.

3 mei 2025


Mijn weblogkasteel