Hij was gauw gevonden, was een makkie. Hij zat het grootste deel van de tijd op een van de lantaarnpalen langs de Noorderkade, ging af en toe een stukje vliegen en zat ook enige tijd op het water van de naastgelegen haven. Een mooie, stoere vogel.
Dat was vlot gegaan dus ik had nog veel tijd over om iets mee aan te vangen. Voor de trein terug vond ik het nog te vroeg dus maar wat in de buurt rond gelummeld. Zo raakte ik verzeild in het Aagtenpark, een mooi geaccidenteerd terrein (een oude vuilnisbelt? Veel van die geaccidenteerde parken zijn oude vuilnisbelten) met uitgestrekte grasvelden. Niet van die nette, kortgeschoren en altijd groene gazons, maar mooi ruig en bultig grasland. Met erdoorheen stroken van karig kreupelhout en hier en daar wat spichtige boompjes leek het me wel het soort terrein waar je je, zeker zo dicht bij zee, iets geks kunt voorstellen. Ik kon het niet vinden, maar ik heb mijn best gedaan.
Tenslotte belandde ik aan de andere kant van de naastgelegen snelweg in de polder. Door die polder naar Krommenie-Assendelft gefietst. Nou was die polder niet erg bijzonder, ook geen vogels van betekenis kunnen vinden, alleen in de verte die schorsteen met die gekleurde hoepels eromheen die je altijd vanuit de trein ziet, maar het is leuk om van Beverwijk naar Krommenie-Assendelft te hebben gefietst.
26 januari 2025
Mijn weblogkasteel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten