woensdag 15 juni 2022

Van Assen naar Haren

Een krekelzanger was aanleiding voor een fietstochtje van Assen naar Tynaarlo. Ik had er al een paar jaar geen gezien of gehoord en dat is een beetje de regel die ik tegenwoordig hanteer als de vraag aan de orde is, te gaan of niet te gaan: hoeveel jaar is het geleden dat ik de soort voor het laatst zag (of hoorde)? Daar zijn natuurlijk uitzonderingen op. Een steenarend zal ik niet zomaar laten lopen, ook al had ik die vorig jaar nog. Maar het is een aardige vuistregel.
Met een mild zuidenwindje achter langs het kanaal en van daar steeds dieper het beekdallandschap in van de Drentse Aa. Stille weggetjes door tunnels van hagen en bosranden, ruisende hooilanden, zingende geelgorzen: allemaal erg ouderwets, erg on-Nederlands ook, maar zie dat vooral als een compliment. Toen daar ook dat beekje bij kwam, slingerend door zijn oeverlanden, langs bosjes, langs steile oevers en langs nog meer ongerepte hooilanden, bloemetjes bengelend boven het maaiveld, toen had ik mijn bestemming bereikt.
Tijdens de treinreis geen berichten omtrent krekelzanger dus ik was een klein beetje ongerust, maar eenmaal ter plaatse hoorde ik hem meteen zingen. Een fijn geluid, niet in de laatste plaats natuurlijk omdat het zo zeldzaam is in Nederland. Af en toe hield hij zich even stil, maar telkens begon hij daarna al gauw weer te zingen. Te zien kreeg ik hem overigens niet. Hij bleef verscholen achter de bosjes langs de beek.
Ik wandelde nog een stuk langs de beek, op zoek naar zeldzame libellen (ik kwam niet verder dan platbuik en weidebeekjuffer plus nog een en ander dat nog gewoner is), meende zelfs nog een tweede krekelzanger te horen (of De tweede krekelzanger, want enkele vogelaars waren me al voor geweest) en keerde terug op de plek van de eerste krekelzanger, die er inmiddels hardnekkig het zwijgen toe deed. Het was pas amper half 12.

Nu kon ik twee dingen doen: ofwel tegen de wind in terugfietsen naar Assen, ofwel met windje grotendeels achter doorfietsen naar Haren. Dat is nauwelijks verder weg dan Assen en brengt je bovendien langs het Zuidlaardermeergebied dus de keus was gauw gemaakt. Eigenlijk had ik het Zuidlaardermeergebied dit jaar maar willen overslaan, je kunt nou eenmaal niet elk jaar alles doen, maar dit was natuurlijk een buitenkansje. Dus fietste ik een uurtje later tussen de natte hooilanden, de plasjes en de drasjes, de russen en de biezen en wat plukjes riet die oprezen uit het ondiepe water, en genoot van enkele witwangsterntjes die af en toe tot vlakbij boven dit natuurbouwsprookje foerageerden. Een soort die overigens niet voldeed aan mijn nieuwe regel, maar dat deerde niet want een prachtig sterntje is het. Datzelfde gold trouwens voor de geoorde futen, de beide zomertalingen, de bruine kiekendief en de zeven lepelaars. Dus ja, je kunt voor jezelf regels verzinnen, maar je moet die regels natuurlijk wel zo gauw mogelijk overtreden. Anders heb je er niks aan.

12 juni 2022





Geen opmerkingen:

Een reactie posten