donderdag 14 september 2017

Haat en liefde

Het is wel een beetje een haat-liefdeverhouding, mijn relatie met het zeetrekgebeuren. Ik kan niet zonder. Als er een goed wind waait en tientallen pijlen en stormvogels langs de Nederlandse kust afdwalen, bezie ik met jaloezie de vele meldingen en de fantastische foto’s die her en der op internet verschijnen. En als ik weg kan, dan kan ik niet thuis blijven. Maar als ik er dan weer sta, bij west of noordwest zes of meer op dijk of duin, dan denk ik al gauw: waar ben ik aan begonnen? Vanmorgen ook weer: het was toch weer een beetje The Day After. Het woei nog best wel aardig maar (lang) niet half zo hard als gisteren. En er vloog nog wel wat maar (lang) niet half zoveel als de voorbije dagen. In elk geval niet bij Katwijk. Had ik weer eens de verkeerde plek uitgekozen? Maar je hebt niet altijd veel te kiezen: met trein en bus is het een van de weinige opties als je maar een half dagje beschikbaar hebt. Westkapelle is voor mij nog altijd een utopie.
Maar het ergste: ik mis altijd zoveel. Zoveel van wat er vliegt, van wat er wordt omgeroepen, kan ik niet vinden. We stonden nog maar net op de zeetelpost toen een grauwe pijl werd gezien. Neus in de boter, denk je dan, alleen: ik kreeg ‘m niet te pakken. En bijna meteen daarna: noordse pijl naar noord. Niet al te ver en best goed te zien, werd er nog gezegd, precies in een lichte, zonbeschenen baan op zee. Voor mij helaas onvindbaar. En dan kun je nog denken: als er binnen vijf minuten dat je op de telpost staat een grauwe en een noordse pijl worden gezien, dan zal het uiteindelijk nog wel goed komen. Maar daarna lange tijd slechts eenden en steltjes. Talingen, smienten, een goudplevier. Een zeekoet naar noord, een slechtvalk over ons heen, wat grote sterns over zee, liefst drie keer een torenvalk over zee, die moet daar dezer dagen toch aanmerkelijk schaarser zijn dan een pijlstormvogel, en héél ver weg af en toe een paar ondetermineerbare jagers. Het duurde ruim een uur voor er weer een pijlstormvogel werd omgeroepen, een noordse vrij dichtbij naar zuid. En het kostte me toch weer de nodige moeite maar dit keer kreeg ik ‘m te pakken! Af en toe verdween hij in een dal maar steeds kwam-ie verderop weer tevoorschijn. Prachtig. Een iconisch beeld: die zwart-witte vogel die aan lange, wat stijve vleugels laag over de golven snelt, om en om zeilend of fanatiek flapperend. Een echte zeevogel, zo een die alleen bij harde wind in de buurt van de kust komt en die gedachten oproept aan avonturen, aan jongensboeken. En toen even later een mooie grote jager langs vloog en zich tenslotte ook nog een prachtige kleine jager liet zien, dichtbij in of net achter de branding, toen moest ik daar als binnenlandvogelaar die nog altijd weinig gewend is en al vier jaar lang geen noordse pijl meer had gezien, maar gewoon tevreden mee zijn. Het was weer een fijn ochtendje aan zee geweest.

14 september 2017


Meer aan zee: Spectaculaire zeetrek langs de Maasvlakte

Geen opmerkingen:

Een reactie posten