dinsdag 27 december 2016

Afsluiting

Het jaar leek een beetje als een nachtkaars uit te gaan. Met een paar dips was ineens de vaart eruit. Maar gelukkig op het eind toch nog een geslaagde twitch: witkopgors te Loodmansduinen op Texel. Vorige week nog misgelopen bij Lieshout, Noord-Brabant, maar nu dus wel. We hebben nog een week te gaan dus het is wellicht wat voorbarig, maar het zou een mooie afsluiting zijn van 2016.
Het ging overigens, zoals wel vaker, niet van een leien dakje, nee, het kostte weer eens uren zoeken. Het woei hard, misschien dat-ie zich daarom zo spaarzaam liet zien. Maar geelgorzen zaten wel geregeld open en bloot in de struikjes langs het akkertje aan de rand van de camping, dus waarom witkopgors niet? Ik was al anderhalf uur aan het zoeken toen ik eindelijk een korte glimp van de vogel opving. Te kort, te vluchtig, te slecht in beeld ook al zag ik voldoende van de koptekening voor een zekere determinatie. Ik was nog niet klaar hier.
Wat koperwieken, veel groenlingen en vinken, verderop flinke groepen holenduiven, geelgorzen natuurlijk en toen, we waren alweer anderhalf uur verder en we waren inmiddels met diverse vogelaars aan het zoeken, toen kwam-ie ineens aanvliegen en ging in een nabij struikje zitten. Hij verdween weliswaar al gauw naar het binnenste maar daar was-ie toch nog redelijk vrij zichtbaar en vijftig keer vergroot zag-ie er geweldig uit! We keken hem op de rug maar als-ie even de kop draaide, was prachtig het markante koppatroon zichtbaar, met de witte wang en de witte kruinstreep afgezet tegen warm kastanjebruine kleuren. En toen-ie ging verzitten en kop en borst naar ons toe richtte, toen waren we volmaakt gelukkig.

En daarmee beschouwen we, onder enig voorbehoud, het ongekend goede 2016 voor afgesloten. Ongekend goed, ja. De grotemensenwereld mag zich dan ook afgelopen jaar weer van zijn lelijkste kant hebben laten zien, voor mij als vogelaar was 2016 onvergetelijk. Ja, ik heb ook soorten gemist dit jaar, en niet de minste (alpenheggenmus, steppekievit, bergheggenmus, bruine lijster), maar elke keer kon ik dat met een brede glimlach ondergaan want wat ik allemaal wel gezien heb dit jaar, dat was formidabel. Successen en missers wisselen elkaar ieder jaar af, zo is het altijd en zo was het ook dit jaar, maar dit jaar was de lijst successen vele malen langer dan de bepaald imposante lijst met missers. Dertien lifers! en voor het eerst 300+ soorten in Nederland: ze maakten voor mij dit jaar, in weerwil van alle ellende in de wereld, Trump, de wereldwijde populistische revolte, Aleppo, nog meer bloedige aanslagen en al die overleden popiconen (maar zo is er elk jaar wel wat), tot een subliem jaar.

Dertien lifers. Een opsomming is saai maar kan niet achterwege blijven. Roodkeelnachtegaal, heilige graal voor vogelend Nederland, wekenlang in Noord-Hollandse burgermanswijk. Amerikaanse tafeleend, door sommigen afgedaan als nep maar wel de eerste voor Nederland, in een door populieren omzoomd winters kanaal in de Groninger ommelanden. Forsters stern, balkankwikstaart en grote kanoet op Texel in die magische voorjaarsweken toen ik in vijf weken zeven lifers scoorde. Met daarnaast westelijke baardgrasmus op het terrein van de Wageninger landbouwuniversiteit, flarden van zang van zwartkoprietzanger in de Ooyse graaf, steltstrandloper in noord Limburg en rode rotslijster op een akker in de Achterhoek. In de nazomer en herfst nog zwartkopgors langs de Noord bij Ridderkerk, marmereend bij een Brabants ven en in één weekend provençaalse grasmus en kroonboszanger, en we hebben alle dertien goed. Het kon niet op. En allemaal hebben ze hun eigen verhaal. Sommige heb ik schitterend van dichtbij gezien, andere waren iets minder gewillig. Sommige waren een makkie en meteen in beeld, andere gaven zich pas na lang wachten of na lang zoeken bloot. Sommige na een waar avontuur, sommige zelfs pas in de tweede poging.
En dan waren er nog al die andere, geen lifers maar toch memorabel. Omdat het mijn tweede ooit was, voor het eerst sinds jaren (blauwstaart op Texel) of eindelijk de superwaarneming die ik de vorige keer was misgelopen (rosse waaierstaart op de Maasvlakte). Omdat het na vele jaren eindelijk mijn derde ooit was (bonapartes strandloper Dannemeer), omdat het mijn beste ooit was (kleine topper Den Oever), omdat ik ze na jaren eindelijk weer eens prachtig te zien kreeg (bruine boszanger Kijkduin, dwerggors Noordwijk) of omdat het los van enige statistiek gewoon geweldige waarnemingen waren (vale gieren in de Alblasserwaard, roodpootvalken in de Amsterdamse waterleidingduinen). Of omdat het een unieke lokale gebeurtenis was: de kwartelkoningen van de Wetering, Leidsche Rijn, die ik zelfs te zien kreeg! Dat was me nooit eerder gelukt.
Natuurlijk moet ik ook de recordaantallen bladkoningen noemen, waaronder enkele van mijn mooiste ooit, enkele zelf ontdekt gevallen in de Utrechtse regio, een zingende vogel op Texel en een overwinterende vogel in Utrecht. Met als bonus een fraaie humes op Brabants vakantieparkje. En dan laat ik nog zoveel (bijna) onvermeld. Diverse ijsduikers (meer dan ooit). Twee kleine geelpootruiters. Taigaboomkruiper in Castricum. Draaihals bij Weesp. Grote grijze snip in (ook al) de Alblasserwaard. Bijeneters in noord Limburg. Witwang- en witvleugelsterns in het Groningse Dannemeer. Ralreiger in de Flevo. Griel in een weiland in Gelderland, duinpieper bij Ridderkerk, woestijntapuit en hop op Texel, weer eens fraaie pestvogels (in IJmuiden), kleine burgemeester in een Amsterdamse gracht, waterspreeuw bij Zutphen en in Zuid-Limburg mijn mooiste grauwe gorzen ooit in elk geval in Nederland. En ook nog een leuke vlindertwitch dit jaar: in Meijendel fraaie keizersmantels.
Vogels, vogels en nog eens vogels dus. Een kritische lezer zal wellicht opmerken dat dit een erg twitch-getint overzicht is geworden. Dat kan ook bijna niet anders: voor de meeste vogelaars geldt nou eenmaal dat verreweg de leukste soorten die ze zien, getwitcht zijn. Natuurlijk ontdek je ze liever zelf. Natuurlijk worden we liever verrast. Maar helaas komen de meeste van ons op die manier niet veel verder dan de dagelijkse standaard-soorten. Het zeldzaamste dat ik dit jaar zelf gevonden heb waren die blako's, zeker, ook leuk maar dit jaar geen prestatie van betekenis. En soms wil je ook eens iets anders. En intussen laten we ons ook tijdens het twitchen natuurlijk graag verrassen. Het een sluit het ander niet uit. Hoe dan ook brachten ze me op de mooiste plekjes van Nederland, al die getwitchte soorten. Het Zuid-Limburgse heuvelland, het coulisselandschap van Twente en van de Achterhoek, de Brabantse bossen en velden, de Hollandse duinen, de veenweiden en laagveenmoerassen in het westen en de hoogvenen in het oosten van het land. Of in de mooiste stadjes: Schiedam, Zutphen, Hoogwoud. Heerlijk was het ook om zomaar een lang weekend in het vroege voorjaar op Schiermonnikoog te verblijven. Om in de zomervakantie twee weken op een camping midden in Drenthe door te brengen en het Drentsche land in al haar facetten te ondergaan. En om in het hart van de herfst een volle week op Texel te verblijven en daar de herfst mee te maken, met al haar vogels, sommige zeldzaam, sommige overvloedig aanwezig. Vogels dus, toch weer vogels: het waren er Te Veel Om Op Te Noemen dit jaar!

24 december 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten