zondag 27 maart 2016

Gula

Aanvankelijk waren mijn doelstellingen voor vandaag bescheiden: trein naar Koog Zaandijk en daar ringsnaveleend, en trein naar Obdam en nog één keer naar de roodkeelnachtegaal, hopelijk zingend. Leek me precies te passen in de tijdspanne die me gegeven was. Maar toen ik bij Koog Zaandijk na een kort fietstochtje (oud Hollandse pracht van Zaanse Schans e.o: molens, water, groene houten huisjes en riet) naar de ringsnaveleend stond te kijken, net niet zo dichtbij als ik gehoopt had maar toch fraai, sloeg Gula toe, gulzigheid, een van de zeven hoofdzonden. Want daar was ook Hans van Zummeren, en Hans bood me een lift aan door Noord-Holland. Vouwfiets kon wel achterin. Dat maakte natuurlijk, gezien Hans’ plannen, veel meer mogelijk.
Dus stonden we een half uur later in het alom bekende Hoogwoud te turen naar wat dicht struikgewas in de gemeentelijke groenvoorziening, van waar een zacht gemurmel weerklonk: roodkeelnachtegaal. Zingend, precies zoals ik gehoopt had. Een paar keer zagen we diep in het struikgewas wat stukjes roodkeelnachtegaal over de grond scharrelen en tenslotte kwam-ie tevoorschijn en liet zich enige tijd open en bloot zien. Wat mij betreft een waardige afsluiting van het hoofdstuk roodkeelnachtegaal. Of hij moet daar nog een jaar blijven zitten.
Weer een half uur later stonden we bij Den Oever (ja, een auto, ’t is soms zo gek nog niet) aan de Zuiderhaven te kijken naar een prachtige kleine topper, ook al zeldzaam, ook al (net als ringsnaveleend maar natuurlijk in tegenstelling tot roodkeelnachtegaal) afkomstig uit Amerika, en in tegenstelling tot beide een subtiele determinatie-uitdaging. Maar deze liet zich zo fantastisch, zo uitvoerig en soms zo dichtbij zien, dat de benodigde kenmerken gemakkelijk te onderscheiden waren: grof gemarmerde bovendelen (anders dan de gewone topper die we even verderop ook zagen), weliswaar heel vage maar toch zichtbare grauwe tekening op de witte flanken, punthoofd en heel fijne, smalle zwarte nagel op de snavelpunt. Een fijne waarneming, want niet eerder zo mooi. En intussen vloog een heel erg vroege huiszwaluw over. Twijfels: kon dat wel? Was het geen oever? Maar schoongewassen witte onderzijde, contrastrijk zwart-wit voorkomen en af en toe witte stuit zichtbaar: echt een huiszwaluw.
En nog waren we niet tevreden. We moesten ook nog de buffelkopeend, alweer een zeldzame eend van de overkant van de oceaan. Na enig zoeken vonden we die verderop dicht langs de dijk op het IJsselmeer. Een mooi mannetje, mooi gezien, tot vrij dicht langs de dijk: alles gelukt vandaag. Dat heb je soms, en dat moet je koesteren want zo gaat het lang niet altijd.
En zo was deze dag uitgelopen op een gulzige schranspartij die liefst vier razend zeldzame soorten had opgeleverd. En daarnaast nog leuke soorten als lepelaars, kemphanen, geoorde futen, zwarte roodstaart, kluten en mijn eerste boerenzwaluw van het jaar, ongebruikelijkerwijs enkele uren na mijn eerste huiszwaluw. Onder meer. Gula was dus overvloedig beloond. Een kwalijke zaak, lijkt me.

De foto’s zijn uiteraard niet van mij maar van Hans.

26 maart 2016



















Geen opmerkingen:

Een reactie posten