maandag 1 juni 2015

Stormvogeltjes

Moet je je voorstellen: niet meer dan vijf exem­plaren in de periode ’73 - ‘78, had de CvZ geteld, en zeven in de periode ’79 - ‘83. En zij kun­nen het we­ten, de Club van Zeetrekwaarnemers: een clubje van specialisten die elke herfst bij storm, regen en zonneschijn vanaf pieren, duintopjes en zeeweringen over zee turen en zee­trekkers tellen. Duizenden tel-uren, en twaalf luttele exemplaren in tien jaar. En drie waarne­mingen in de periode ’78 - ‘86, ver­meldt de inventarisatie vogels van de strandvlakte en de Zuid­pier van IJmuiden, van telkens één arm­zalig langs waaiend vogeltje op wat toch een van de beste plekken aan land is voor waarnemingen van zeevogels.
Dan vanmiddag: het kunnen er in totaal wel tien geweest zijn die op soms niet meer dan twin­tig me­ter afstand fladderden boven de golven. Meer dan in de voorafgaande tien jaar bij elkaar: ik was ge­tuige van een monumentale gebeurtenis op ornithologisch gebied!
En dat terwijl ik eigenlijk had willen thuisblijven. Een beetje gammel de avond tevoren en een weer­bericht dat weinig goeds voorspelde: geknipt voor bij de verwarming met de zaterdagkrant, leek me. Pas op het allerlaatste moment van gedachten veranderd. Want noordwest 6, en dat na de voorbije herfst­storm: het was te mooi om waar te zijn.
Even, toen op de pier de regenvlagen tegen me aan woeien, had ik nog spijt. Maar toen ik even later een rosse franjepoot zag, kon mijn dag al niet meer stuk.

Toen kwam een man met telescoop me achterop: een echte kenner, begreep ik wel, met zijn telefoon­nummer op de alarmlijst en het nummer van de vogellijn paraat. De franjepoot had-ie niet ge­zien. Daar had-ie geen tijd voor, hij moest naar de punt van de pier. Want daar, vertelde hij, ... Ongelovig hoor ik hem aan: dat bestaat toch niet! Legendes zijn het, die in jongensboeken de stormen bevechten. Die zie je toch nooit in het echt!
Uiteindelijk stond een allengs aangroeiend groepje vogelaars de stormvogeltjes te bewonderen. Die gaven daartoe alle gelegenheid: ze scharrelden boven de golven, tastten tussen het zee­schuim en af en toe liet er een zich zelfs betrappen bij het watertrappelen, zoals we dat allemaal kennen van de vogel­gidsen en uit natuurfilms. Het was adembenemend! Zelfs doorgewinterde rot­ten vierden een nieuwe soort.
Intussen passeerde ook nog eens een middelste jager, toe maar. Hij merkte de stormvogeltjes op en viel plotseling fel uit naar een van hen. Een middelste jager stootduikend op een stormvogel­tje: we konden het nauwelijks geloven. Hij miste.

Bijna net zo bijzonder als de vogels waren overigens de vogelaars. Aangetrokken door het zich blijk­baar snel verspreidende gerucht kwamen ze massaal de pier op gerend, telescopen over de schouders. Afkomstig uit alle hoeken van het land, het leek wel een reünie van oudgedienden. Bekenden be­groetten elkaar enthousiast en merkten terloops nog een vaal stormvogeltje op: minder zeldzaam dan het 'gewone', maar voor mij in zijn eentje al voldoende voor een onver­getelijke dag.

22 september 1990


Meer twitchen: Stukjes griel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten