maandag 10 maart 2014

Kranen

Met duizenden waren ze gisteren in de loop van de middag over Limburg getrokken: er zat weer een klassieke kraanvogel-trekdag aan te komen. Er zijn altijd een paar dagen vroeg in het voorjaar dat de kraanvogels massaal van hun overwinteringsgebieden in Zuid-Europa naar het noorden trekken, en met een beetje geluk komt een deel daarvan net over oostelijk Nederland. Meestal zijn dat dagen dat je als inwoner van het midden van het land thuis knarsetandend voor de computer zit toe te zien hoe steeds meer waarnemingen van trekkende kraanvogels websites als waarneming.nl of trektellen.nl overspoelen. Honderden mensen en vele duizenden kraanvogels terwijl jij met nul genoegen moet nemen want je bent afhankelijk van die paar kraanvogels die zich naar het westen hebben laten afdrijven en die heb ik altijd nog gemist.
Maar dit keer zou het anders zijn want dit keer viel die dag op zondag en kon ik naar het oosten.
Ik koos voor Roermond. Stad uit en de ommelanden in, langs licht glooiende kale velden die heel in de verte al aan Limburgs heuvelland herinnerden, met bosranden die net van achter de kromming van het veld tevoorschijn kwamen. Het was nog fris maar er scheen een aangenaam, pril lentezonnetje. Melick in, Melick weer uit en daar verschenen de eerste boven de horizon: een breed uitwaaierende groep van statige vogels die al gauw tot kraanvogels gepromoveerd konden worden. 37stuks. Hoewel ik ze verwachtte, wisten ze me toch te verrassen. Ze waren zwijgzaam, dat was wel een beetje jammer, maar het was mooi hoe ze op korte afstand langs vlogen naar noord.
Wat volgde was een prachtige lentedag. Herkenbosch, en na Herkenbosch het bos in en de Meinweg op. Op de hei kon definitief de winterjas uit: de 20 graden was bereikt en het zweet stond op mijn rug. Roffelende kleine bonte specht, zingende geelgors, zingende boomleeuweriken, een havik, kruisbekken over, zingende roodborsttapuit en een sijs die onvermeld had kunnen blijven als-ie niet zo ontzettend mooi voor me geposeerd had. Genoeg te beleven dus, maar kraanvogels bleven verder uit. Ik had er toch iets meer van verwacht.
Bos, hei en weer terug in het akkerland. En weer terug in Roermond en toen … Ineens luid trompetterend een groep van zeker 200 kranen bijna recht boven me! Waar waren die ineens vandaan gekomen? Was ik al de hele dag bezig met de lucht af te speuren, wisten ze me toch nog te verrassen. Maar schitterend waren ze. Die machtige vluchten, die om elkaar heen kringelende vogels aan hun brede vleugels, dat magnifieke geluid dat ons herinnert aan verre toendra’s of eeuwig onvervulde dromen of waar het ons ook maar aan herinnert. Geruime tijd cirkelden ze boven de wijk, alsof ze de weg kwijt waren. Uiteindelijk dreven ze af in noordoostelijke richting. Alsof ze de weg weer gevonden hadden.

9 maart 2014


Meer Zuid Limburg: Puth

Geen opmerkingen:

Een reactie posten