Ik had geen al te hoge ambities vandaag. Geelgors wilde ik, want het jaar is alweer bijna halverwege en ik had er nog geen. En je moet daar natuurlijk niet al te lang mee wachten want voor je het weet is het herfst, zijn ze stil en moet je ze met een vergrootglas zoeken.
Geelgorzen kun je natuurlijk ook in Nederland nog steeds op tientallen en meer plekken vinden, maar ik ging naar Brummen. En hoewel ik even buiten Brummen al mijn eerste zingende geelgors mocht noteren, belandde ik op zoek naar meer geelgorzen uiteindelijk nog een heel stuk verderop op de Empese en Tondense heide. De Empese en Tondense heide is zo’n gebiedje dat ze bij onze geliefde Boer Burger Beweging waarschijnlijk graag als een postzegel zouden beschouwen en de status als natuurgebied ontnemen, zodat de boeren er onbelemmerd met stikstof mogen strooien. Of liever nog zouden ontginnen zodat de boeren het kunnen toevoegen aan hun productieareaal. Alles voor de boeren immers. Gelukkig gaan daar ook nog andere instanties over. Want het zou wel jammer zijn: een prachtig stukje Nederland gedegenereerd tot een agrarische woestijn zoals we er al zoveel van hebben.
Als je het probeert te beschrijven, klinkt het als één van vele: heidevelden, drassige delen, veenland, een paar plassen, een uitgedroogde beekloop, verspreidde struweelbulten en rondom en ook er doorheen bosranden en boomlanen, houtkades, boomsingels en dergelijke. Maar toch is dit gebiedje voor mij helemaal nieuw. Het vinden van een nieuwe (vogel)soort is natuurlijk het allerhoogste, het mooiste wat een mens kan meemaken, maar de ontdekking van een nieuw gebied, een nieuw stukje Nederland (al hadden anderen voor jou het natuurlijk allang ontdekt maar dat gold evengoed voor vorkstaartplevier, pacifische parelduiker en brileider) is ook een gebeurtenis van belang. Maagdelijke grond, terra incognita. Ik heb dan ook een heel stuk door het gebied gewandeld en daarbij heel wat zingende geelgorzen gevonden. En een zingende geelgors maakt mij altijd weer blij. Het herinnert me elke keer aan zomer, aan zon en warmte, aan romantisch heuvelland met oeroude hoeves in haar schoot en weelderige bossen op haar flanken, kortom: aan vakantie. Daarbij is het ook nog eens een prachtig vogeltje om te zien. En met ook nog een mooie man grauwe klauwier, een fanatiek (maar onzichtbaar) roepende kwartel, wat flarden van wielewaal en een jodelende wulp, onder meer, had ik weer een fijne dag.
9 juni 2025
Mijn weblogkasteel