dinsdag 12 november 2024

Haarlerberg

Je kunt er natuurlijk van alles van denken. Bijvoorbeeld dat je eigenlijk staat te kijken naar een paar Zweedse kippen, je zou je er bijna voor schamen. Want de oorspronkelijke populatie hier is alweer een aantal jaren geleden uitgestorven en sindsdien zijn ze bezig met behulp van Zweedse vogels een nieuwe populatie te introduceren. Tot nu toe met weinig succes. Een exoot dus, zeggen de critici. Maar dat gezegd hebbende: het blijven gave beesten, en bovendien op een prachtige plek. En ik had wel weer eens zin in ze en meer reden heb ik niet nodig om voor het eerst in pakweg vijftien jaar weer eens de reis te ondernemen naar Nijverdal en naar de Haarlerberg voor de laatste korhoenders van Nederland. Als je ze zo nog mag noemen tenminste.
Machtige glooiingen van woeste gronden, een rijzen en dalen van uitgestrekte heidevelden waar her en der een bosje of een struikformatie uit omhoog steekt, omkaderd door verre bosranden die oplosten in de grijsheid van vandaag. Bosranden in prachtige herfsttooi, gouden glinsteringen van het laatste gebladerte dat nog aan de bomen hing. Ja, alleen al het decor was voldoende om deze grijze en kille, zonloze herfstdag aan te besteden. Ik nestelde me op wat klaarblijkelijk de juiste uitkijkpost was, een picknickbank met voortreffelijk uitzicht op die machtige glooiingen en die bosjes en struikformaties die her en der uit de hei omhoog steken, en ging op zoek. De eerste korhoen werd me al meteen aangewezen: een vaag mannetje in zijn eentje in de top van een half kaal struikje bovenop een helling. Ver weg en tegen de lucht als achtergrond: veel details waren er niet aan te zien maar de contouren waren onmiskenbaar. Even later vond ik er zelf eerst twee en kort daarop ook een derde in de top van een ander struikje, iets dichterbij en wat lager op de helling, tegen een donkere achtergrond, waardoor veel meer details zichtbaar waren. Onder andere de gespleten staart, de witte tekening op het zwartblauwe lijf en het rood op de kop waren prima te onderscheiden. Tenslotte zag ik er ook nog eentje over de hei vliegen. Verder had ik niets meer te wensen.
Prachtige plek, prachtige vogels (er vertoonden zich ook nog een man blauwe kiekendief en een klapekster, grijsheid alom dus) maar een andere kwaliteit van deze plek was de stilte. Af en toe vloog er een kwetterende groep kramsvogels over, af en toe piepten wat goudhaantjes in het bos achter me maar tussendoor was het volmaakt stil. Het overkomt me niet vaak en zeker in Nederland niet, dat ik heel goed probeer te luisteren en gewoon helemaal niks hoor. Een verademing in deze onrustbarende tijden.

Ook nog aan de andere kant van Nijverdal op het Wierdense veld geweest. Een heel ander soort landschap maar ook hier zo stil, ook hier zo sereen. Afgezien van de gakkende ganzentroep in een hoek van het terrein. Het was amper drie uur maar het oogde al als late namiddag. Nee, echt wakker werd deze dag nooit. Desondanks spatte het geel van de veengraslanden alsof daaronder toch de zon nog scheen. Kraanvogels kon ik niet vinden, maar wel opnieuw een mooie man blauwe kiekendief en dat is altijd een cadeautje.

10 november 2024


Mijn weblogkasteel