woensdag 5 oktober 2022

Steppearend

De gebeurtenissen van vandaag hadden iets onvermijdelijks. Ik moest wel, ik kon niet anders. Ik was, zeg maar, voorbestemd. Want twee jaar geleden deed kort na elkaar twee keer een steppearend Nederland aan, terwijl eentje al zeer zeldzaam is. Alleen: allebei gemist. Ik herinner me nog dat ik net op station Den Bosch was toen het bericht doorkwam dat de vogel bij Goes hoog was opgevlogen en vertrokken. Ik ging toen maar wat anders doen. Dus toen bleek dat de steppearend die vrijdag was gefotografeerd in de Groote Peel, daar gisteren nog steeds aanwezig was, kon ik niet anders dan vandaag de trein nemen naar Deurne en van daar met de vouwfiets naar het veen fietsen. Als ik vroeg genoeg was, zou-ie er hopelijk nog wel zitten. Moest het natuurlijk niet al te mooi helder en zonnig zijn, want dat zou hem ertoe kunnen verleiden toch voortijdig een hoge vlucht naar verre streken te nemen. Ik was dus wel blij met het miezerige weer en de regen onderweg. Maar ik was ook blij met de eerste voorzichtige opklaringen toen ik zo’n beetje het veen had bereikt, de vaalblauwe plekken in de lucht en de plotselinge schim van de zon die al het druipende kreupelhout deed glinsteren en de kale takkenbossen en de vergeelde veenvlakte zwakjes deed oplichten. Dit moest haast wel goedkomen, toch?
Eenmaal in de Peel begon het lange wachten en het grote zoeken. In een ambiance van uitgestrekte vaalgele steppes waarin een creatieve geest verspreide bosjes en verre boomrijen en bosranden had aangebracht, speurden we de horizon af. Vooralsnog vlogen er slechts vinken en zwaluwen, een paar boomleeuweriken en af en toe een buizerd. Enkele kilometers achter ons zagen we soms de uitkijktoren waarop in dichte drommen de vogelaars stonden, alsof ze er de natuurlijke vegetatie van vormden. Ook van hen geen nieuws. Maar uiteindelijk sijpelden er toch goede berichten binnen. Iemand had de vogel ergens in het veen gefotografeerd en iemand had hem in de verte kort zien vliegen, dus we wisten ongeveer waar we moesten zoeken. En gingen dieper het veen in. We stonden al een tijdje met een man of tien te turen op de plek waar de vogel zich bij benadering zou moeten ophouden, toen iemand riep ‘daar vliegt-ie’. Op zo’n moment gaat er een bliksemschicht door je lijf maar het was te kort. Toen ik de verrekijker gericht had, was-ie alweer naar de grond verdwenen. De ontgoocheling duurde echter maar kort want even later was het wel raak: korte tijd was-ie fraai zichtbaar boven een verre boomrij. Eindeloos lange vleugels met diep ingesneden vingers en opvallende witte markeringen: steppearend in de pocket! De euforie op dat moment: onbeschrijfelijk.
Een volgende bericht: ‘vanaf hier zichtbaar op zo’n 25 meter!’ Het is zo te zien een klein half uur lopen. Ter plaatse inderdaad: schitterend zicht op een machtige vogel. Zowel aan de grond als in vlucht, laag over ons heen. Een onvergetelijke ervaring.
Alleen: hij heeft een ring om een poot! Het is de moeder aller dompers. Al gauw weet men te vertellen dat dit type ring niet wordt gebruikt door de ringcentrales. Een kwekersring dus, en dus een escape. En dan mag het nog steeds een geweldige vogel zijn, het gevoel erbij is heel anders. Afkomstig uit de steppes in midden Afrika of uit een vogelkooi wie weet waar: het is een wereld van verschil. Maar er is ook een Engelsman die de indruk wekt verstand van zaken te hebben en die stellig en volkomen overtuigd beweert dat dit soort ringen gebruikt worden bij ringprojecten in Afrika. Toch een wilde vogel dus, volgens hem, toch afkomstig van steppes duizenden kilometers hier vandaan. En ja, ik heb er natuurlijk geen verstand van maar ik kan me goed voorstellen dat ringers in Afrika zich niet houden aan de voorgeschreven maten en gewichten die wij in Europa hanteren. Waarom zouden ze ook? En ook kan ik me voorstellen dat Nederlandse deskundigen om die reden zo’n ring niet herkennen als wetenschappelijke ring. Ik ben niet naïef hoor, ik geloof zo’n man heus niet meteen op zijn woord, maar ik hoop wel dat iemand bij de CDNA zijn claim nog even serieus onderzoekt. Want het zou zonde zijn als we zo’n geval verloren laten gaan, alleen maar doordat wij hier de Afrikaanse ringers niet kennen.

2 oktober 2022


Meer: Geelbrauwgors






Geen opmerkingen:

Een reactie posten