donderdag 18 januari 2018

Terug naar IJmuiden

Terug naar IJmuiden, want .. Nou ja, daarover straks. Eerst een rustige ochtend in de duinen. Het was stil in de duinen, soms. Soms kon je er als het ware een speld horen vallen. Nou ja, meestal niet hoor, meestal kwam er wel een groep joggers voorbij of een paar racefietsers, allemaal druk bezig de vele de voorbije week op bureaustoelen doorgebrachte uren te compenseren, maar daarbuiten was het stil. Het zachte geruis van de wind en zachte roepjes van glanskop of goudhaan, meer niet. Rondom stonden af en toe sprookjesachtige boomwezens toe te kijken. Roerloos, in elk geval op de momenten dat ik keek. Het opmerkelijkst was een groepje boomleeuweriken dat roepend uit de berm van het fietspad opvloog. Was nog nieuw voor de jaarlijst, wat op 14 januari natuurlijk nog niet heel opmerkelijk is.

Vanmiddag was het minder rustig.
Vorige week was ik ook al in IJmuiden. Met de vogelwacht hadden we toen de jaarlijkse nieuwjaarsexcursie. Op de zuidpier was het toen als ik eerlijk ben behoorlijk saai. Helemaal geen genten boven zee, geen zeekoeten, voor de zoveelste keer geen kuifali, alleen maar vaste waarden als paarse strandloper, sneeuwgors en oeverpieper, al lieten die zich toen wel heel mooi zien.
Ja, ik weet het, het zullen je zorgen maar zijn …
Omdat afgelopen week van de pier ineens wel allerlei spannends werd gemeld, besloot ik nog maar een keertje te gaan. En dat betaalde zich in zekere zin in klinkende munt uit. Kuifaalscholver, dit keer wel, zwarte zeekoet, parelduiker, alk: vrijwel alle goede soorten die er vandaag te halen vielen, haalde ik. Maar dat klinkt mooier dan het in werkelijkheid was, want moeizaam was het wel, het was werken en de opbrengst was in kwalitatieve zin nogal mager. Kuifali vloog al weg toen ik ‘m amper een halve minuut in beeld had, en parelduiker en zwarte zeekoet (nee, zojuist weggevlogen, werd me gezegd door enkele terugkerende vogelaars) waren slechts af en toe, na naarstig zoeken, ternauwernood zichtbaar aan de overkant nabij de noordpier. (Ja, ik weet het, het zullen je zorgen maar zijn …) Geen waarnemingen die je lang gaan bijblijven. Alk was wel heel aardig: die zwom ongeveer midden tussen de pieren (misschien nog wel dichterbij want dat is altijd nogal bedrieglijk) en was daardoor goed als zodanig herkenbaar. En omdat ik eigenlijk maar vrij zelden alken zie, anders dan langs vliegend en dan moeizaam via reductie en deductie op naam gebracht, was dat toch wel een moment dat me nog enige tijd zal bijblijven. De meeste indruk maakten enkele wat gewonere soorten. Vooral de jan van genten waren prachtig. Geregeld vlogen die over zee of zaten op zee, soms met meer dan tien tegelijk. Ook de zeekoeten waren leuk. De meeste vlogen vrij ver over zee maar een enkeling dreef dicht bij de pier op de golven. Je hoefde je, in tegenstelling tot vorige week, vandaag dus geen moment te vervelen. Saai was het allerminst.

14 januari 2018




Geen opmerkingen:

Een reactie posten