woensdag 8 november 2017

Uiltje

Om pakweg half zeven in de ochtend lopen we het bos in. Roodborsten zingen, spechten roffelen (meest grote bonte maar ook kleine bonte en zwarte), in de verte zingt boomleeuwerik en boven ons klinkt een late keep. En zo nog het een en ander maar er is niets bij dat aan onze hooggespannen verwachtingen tegemoet komt. Verderop staat een klein aantal vogelaars bijeen op het pad in alle rust te kijken en te luisteren, maar niets van wat zich laat horen, kan ons beroeren. Navraag leert dat de vogel vanochtend nog geen enkel teken van leven heeft gegeven. Ik bereid me al voor op de aankomende teleurstelling, daar ben ik altijd heel voortvarend mee, nee, dit wordt helemaal niks vanochtend, als zomaar ineens, uit het niets, van vlakbij dwerguil begint te roepen! Wauw! Dit is pure magie. ‘Als dan toch gebeurt waarop je al die tijd stond te wachten, is dat altijd onverwachts’, om maar eens mezelf te citeren.
Het is een heerlijk moment, vervulling van een droom bijna. En als de vogel dan ook nog wordt gevonden … Gelukkiger kun je me niet krijgen. Aanvankelijk weliswaar slechts een verenpropje half verscholen hoog tussen kale takken, maar als-ie heel even de vleugels uitslaat zit-ie daarna ineens helemaal vrij! En krijgen we hem zelfs zowat beeldvullend in de telescoop. Wat een onvergetelijke gebeurtenis!

Hij is een van de ‘publieke geheimen’ van de huidige vogelaarswereld. Met andere woorden: wordt geheim gehouden maar bijna iedereen weet ervan. Een kwetsbare situatie want mogelijk broedgeval, daar willen we voorzichtig mee zijn. En bovendien corona hè, we willen geen samenscholingen. Sommige mensen zijn daar erg streng in, vinden dat je er gewoon vandaan moet blijven. ‘Blijf thuis!’ staat nog altijd af en toe op aanplakbiljetten te lezen. Zelf ben ik daar eerlijk gezegd wat soepeler in, wat opportunistischer wellicht. Zoals we daar staan in het bos, met zijn vijftienen of zo allemaal netjes op het pad en rustig wachtend tot de vogel zich vertoont, geloof ik niet dat we enig kwaad doen. Niet aan de vogel en niet aan ons zelf. De anderhalve meter wordt meestal voorbeeldig gehandhaafd. Kijk, er zijn regels, er zijn ge- en verboden en daar heb je je aan te houden, wat mij betreft. En er zijn dringende adviezen, maar die zijn toch vooral toegespitst op de koopgoot en het strand van Zandvoort. En dringende adviezen, dat zijn uiteindelijk niet meer dan adviezen, daar kun je je aan houden in de mate die redelijk is. En dus staan we hier netjes op het pad stilletjes te genieten van een af en toe roepende dwerguil die zowat beeldvullend zichtbaar is in de telescoop.

Na deze uiterst succesvolle vroege-ochtendtwitch is de vraag: wat nu? Ik als van origine OV- en fietsvogelaar zoek vooral naar opties in de buurt of op de route, maar Cecile, iets meer autovogelaar dan ik, denkt minder beperkt en komt met de Biesbosch op de proppen. En dus staan we twee uur later op het dijkje langs polder Hardenhoek te kijken naar een fantastische tweedejaars zeearend die laag boven het water jaagt en naar de schimmen van twee visarend op hun nest ver weg in een bosrand. Die zeearend was er één van diverse die we vandaag gezien hebben, de meeste in vlucht en dat zijn eigenlijk de mooiste, en ook twee ver weg in een boom. De visarend zagen we nog één keer, prachtig in vlucht boven de Nieuwe Merwede. Met verder onder andere een vlucht van vijftien regenwulpen, een stel mooie gele kwikstaarten, volop zingende veldleeuweriken en enkele prachtige overvliegende zwartkopmeeuwtjes als engeltjes zo mooi, mag ook dit tweede deel van de dag succesvol worden genoemd.

17 april 2021


Meer: Gieren



Geen opmerkingen:

Een reactie posten