maandag 10 september 2012

Snoepwinkel

Het vogelen, of laten we het nauwkeurig formuleren: het aanbod aan leuke vogels dat zich momenteel in Nederland aandient, het is net een snoepwinkel. Met ons als kinderen die het liefst de hele winkel zouden leegeten, en een strenge vader of moeder die erop toeziet dat het kroos zich niet te buiten gaat. Wie die vader of moeder dan is? Daar moet ik nog even over nadenken. Bij sommige mensen heb ik overigens het idee dat die vader of moeder voor hen niet bestaan. Duiken bij elke zeldzaamheid op. Bij mij is dat anders, bij mij bestaat die vader of die moeder, in de zin van verantwoordelijkheden, oei, van baan en gezin. En dus moet ik kiezen. En da’s niet altijd gemakkelijk. Keuzestress: het is net de echte wereld, ook vogelen ontkomt niet aan dat soort moderniteiten. Ga maar na: fantastische duinpieper bij Sliedrecht, alweer twee weken geleden. Daarna natuurlijk die bairds bij Meijendel, dan is kiezen niet moeilijk. Een dagje Biesbosch met zeearend en visarend. En afgelopen week tussendoor nog even naar de Groene Jonker voor kleinst waterhoen. En zo waren die ortolanen in het Dal van Deelen even blijven liggen. Ze zitten er inmiddels alweer meer dan een week, hebben netjes gewacht tot ik in de gelegenheid was en die gunst kon ik niet eeuwig onbeantwoord laten dus het was de hoogste tijd.
En dus stappen we om 7 uur in de ochtend in Tuindorp in de auto (hé, zwarte mezen … 25 over naar zuid!), en staan om een uur of 8 met enkele gelijkgestemden in het prille ochtendzonnetje op een akkertje in het oosten des lands. Een verre bosrand, een nabije bosrand en het Deelense veld aan de overkant van de autoweg die af en toe ruist achter de nabije bosrand voor ons.
En geelgorzen, overal om ons heen geelgorzen. Dat wordt zoeken. Maar het duurt dit keer niet lang voor we vinden: ortolaan! Weliswaar diep in een vlierbosje maar toch even vrij zichtbaar tussen alle takken en twijgen door. Het is wel lastig zoeken: ik zie ‘m door een bevriende telescoop maar kan niet eens bepalen naar welk vlierbosje ik nou eigenlijk kijk. Op het moment dat ik dáár in elk geval uit ben, is de vogel alweer uit zicht.
Maar uiteindelijk lukt het ook mij om diverse keren de vogel (of één van de vogels: gisteren was er nog sprake van drie, enkele dagen eerder zelfs van zes) enige tijd vrij in beeld te krijgen. Fraai! De smalle gele oogring, de baardstreep, de fijne borsttekening, het roze snaveltje en de rest: zo zie je ze graag. Op zeker moment vliegt de vogel roepend langs ons heen de akker op: roepje gehoord! En dat was toch ook een van de doelstellingen voor vanochtend. Kort daarop zien we er eentje voor ons prachtig hoog in een eik zitten: is-ie alweer terug of is dit een tweede?
Dat was allemaal in het eerste half uur ter plaatse. Tijdens het tweede half uur geen spoor. Intussen verslapte de aandacht, of verplaatste zich naar enkele raven verderop op het veld. Naar een slechtvalk in felle jacht die een zwerm holenduiven uiteen deed stuiven. En naar de geelgorzen die bij ontstentenis van ortolaan natuurlijk ook zeer bezienswaardig zijn. Ook weer wat zwarte mezen, die schrijven vlijtig hun eigen verhaal dezer dagen. Al met al kon je hier vanochtend een hele natuurfilm vullen. Maar het zal dus niet verbazen dat ook tijdens het derde half uur geen ortolaan meer werd opgemerkt. Hij leek wel geheel verdwenen. Het snoep was op: voor ons het sein om elders ons geluk te beproeven.

9 september 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten